Het bestuur van het Huizer Museum wil een Huizer Cultuurcentrum bij de Oude Haven.

De combinatie van cultuurhistorie en kunst moet het Huizer Museum meer toekomst bieden, want de belangstelling voor cultuurhistorie is ook in Huizen dalende. Vorig jaar kwamen er 4000 bezoekers naar het Schoutenhuis.

De ambitieuze plannen van het bestuur dateren al uit 2004. Ze waren het resultaat van de fusiebesprekingen tussen de Stichting Huizer Museum en de Stichting Collectie Otten. Daarna is de discussie louter gegaan over de locatie van het nieuwe museum en vierkante meters. Vooral over méér vierkante meters: het Huizer Museum wil van de huidige 440 meter naar 1250 vierkante meter, de gemeente acht een uitbreiding tot 680 voldoende. Het heeft veel weg van een discussie over ruimtelijke ordening, terwijl het toch zou moeten gaan over museumbeleid.

In zijn toespraak bij de opening van de expositie ‘Echo van de Gouden Eeuw’ verwijt Kees Teeuwissen, vice-voorzitter van het Museumbestuur, de gemeente Huizen dat zij alles onderschikt maakt aan het geld: ‘We mogen ook best eens ambitieus zijn’. Maar wie de gemeente verwijt vooral naar de financiële consequenties te kijken, moet vooral zelf de discussie inhoudelijk voeren en niet louter financiële claims op tafel leggen.

We mogen best ambitieus zijn, maar ambities alléén zijn niet voldoende. Het Museumbestuur zal de politiek moeten overtuigen van het realisme van haar plannen. Volgens GroenLinks leidt een nieuw groot gebouw aan het water namelijk niet vanzelf tot een forse toename van het aantal bezoekers. Het Museumbestuur zal daarom antwoord moeten geven op tal van vragen:

- Wat zal het museum ons straks bieden? Waarin onderscheidt het zich van de andere musea in het Gooi? Op welke onderdelen wordt daar mee samengewerkt?

- Is voor dat nieuwe Huizer museum straks voldoende publiek te verwachten, eventueel in relatie met andere toeristische activiteiten in de Oude Haven?

- En als dat niet zo is, is de meerwaarde ten opzichte van de huidige situatie dan zodanig dat dit een aanzienlijk grotere financiële bijdrage (ongetwijfeld enkele tonnen) van de gemeente en de provincie rechtvaardigt?

- In 2004 wilde men een combinatie van cultuurhistorie en kunst. Welke inspanningen zijn er sedertdien in die richting ontwikkeld, en heeft die formule tot meer bezoekers geleid?

- Welke banden zijn er aangeknoopt met initiatieven die de afgelopen jaren in Huizen zijn ontstaan (atelierroute, kunstcafé, kunstpicknick) en andere potentiële partners om een combinatie van cultuurhistorie en kunst te realiseren?

Kortom, niet het oppervlak van het nieuwe gebouw, maar de museale inhoud en de visie daarop moeten het vertrekpunt zijn: daar bouw je het museum omheen. En juist die visie met een uitgewerkt inhoudelijk plan (een ondernemersplan) mist GroenLinks bij de financiële verlangens die het Museumbestuur nu bij de gemeente op tafel legt.

Zolang dat plan er niet ligt, dient het college zich te houden aan het door de raad gestelde kader. En als er een realistisch plan komt, is GroenLinks bereid die kaders op te rekken. Maar het zou van onverstandig beleid getuigen om op basis van een flinterdun idee nu al tonnen euro’s extra in het vooruitzicht te stellen. Wie nu een blanco cheque afgeeft, is bezig met een prestigeproject, ook al wordt het gebouwontwerp door de ingehuurde architect aangeprezen met termen als ‘een nieuwe landmark’ en ‘een icoon voor de entree van Huizen’. GroenLinks voelt niets voor een nieuw museumgebouw zonder bezoekers. Ook in de Gouden Eeuw gold, net als nu: ‘boter bij de vis’.

Meer informatie: Monica Lemmens, raadslid GroenLinks Huizen

Tel. 035 5264431