De huidige discussie over de herindeling in het Gooi gaat over modellen (oplossingen) en niet over de problemen die moeten worden opgelost. Daarmee lijkt het debat te veel op een dating-spelletje: wie doet het met wie, en wie blijft over? Nergens wordt duidelijk gemaakt wat het belang voor de inwoners hierbij is. Die hebben zo het nakijken. De toekomst van het Gooi is gebaat bij een open debat over problemen en kansen.

Al jaren wordt in het Gooi gediscussieerd over samenwerking tussen gemeenten, maar het schiet niet echt op. Zo werken Huizen, Blaricum en Eemnes op het terrein van de sociale dienst voortreffelijk samen. Hetzelfde geldt voor het bibliotheekwerk. Tegelijk is het uiterst merkwaardig dat Huizen en Blaricum afzonderlijk respectievelijk de Vista en de Blaricummermeent bebouwen – van een gezamenlijke stadsplanning is geen sprake. Ook is het nadelig voor bewoners als Blaricum niet wil meewerken aan een goede aansluiting van het Vierde Kwadrant op de A27 en afhaakt als het gaat om milieu- en brandweersamenwerking. Deze voorbeelden illustreren nog niet de noodzaak om beide gemeenten samen te voegen, wel de noodzaak van een meer coöperatieve opstelling van gemeenten. Als die positieve houding ontbreekt, wordt meteen ook het nadeel van het bestaan van gemeentegrenzen duidelijk. De huidige situatie wordt vooral gekenmerkt door samenwerking-à-la-carte, terwijl de inwoners juist alle belang hebben bij een meer intensieve samenwerking.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben met hun vier modellen de discussie over een herindeling in het Gooi goed op gang gebracht. Het getuigt van lef om niet te wachten tot er draagvlak onder de bevolking voor bestaat. Bestuurders hebben immers de verantwoordelijkheid om oplossingen aan te dragen voor de problemen die zij signaleren. Het debat lijkt echter te ontaarden in een discussie over modellen, in een dating-spelletje tussen bestuurders: wie gaat het met wie doen, en wie blijft over? Over de problemen die met de modellen moeten worden opgelost, wordt nauwelijks een woord gerept. Zo koos het Huizer college van B en W voor een tweedeling van het Gooi, zonder verdere motivering. Nu Blaricum opteert voor samenwerking met Laren en Eemnes, en de andere buurgemeente Bussum de avances van Huizen heeft afgewezen, staat Huizen alleen. Politieke partijen die opteren voor een zelfstandig Huizen en zich beroepen op de voor Huizen positieve resultaten van het bestuurskrachtonderzoek, komt dit goed uit. GroenLinks vindt dat een kortzichtige opstelling, juist op een moment dat een open houding gewenst is. Huizen is geen eiland.

De toekomst van het Gooi is gebaat bij een open debat. Dat debat moet gaan over de huidige en toekomstige problemen in onze regio, de beperkingen van de gemeentelijke samenwerking tot nu toe, en de ideale gemeentegrenzen om die problemen op te lossen. Voor alles moet duidelijk worden welk belang burgers hierbij hebben. Leidt bijvoorbeeld een vergrote gemeente tot een betere dienstverlening? Kunnen landschapsbescherming en volkshuisvesting zo beter samengaan? Draagt het bij aan de oplossing van de verkeersproblematiek? Wordt de afstand tussen bestuur en burger niet te groot?

GroenLinks vindt dat gemeenten over deze vragen publieksdebatten moeten organiseren. Alleen een nuchter open debat voorkomt dat lokaal chauvinisme en angst voor bedreigingen van buiten worden gemobiliseerd. Zo kan draagvlak ontstaan voor die vorm van gemeentelijke samenwerking die het beste is. Definitieve standpunten moeten daarom nog niet worden ingenomen.