Het CDA Huizen vroeg de afgelopen maand aandacht bij de CDA-gedeputeerden voor de positie van Huizen in de herindelingsdiscussie. Het CDA wil de Blaricumse Bijvanck bij Huizen voegen. GroenLinks vindt ook dat de Bijvanck niet onbesproken moet blijven, maar dat de gemeente Huizen dan zelf die discussie actief moet voeren. Dat gebeurt niet. Nadat het Huizer college haar eis ‘de Bijvanck erbij’ op tafel had gelegd, werd het stil. GroenLinks maakt zich zorgen over die passiviteit.
Draagvlak
Bij elke herindeling wordt benadrukt dat het proces van onderop moet worden gesteund: er moet draagvlak voor zijn. Ook in het huidige provinciale coalitieprogramma dat door CDA, VVD, D66 en GroenLinks is ondertekend, is dat het uitgangspunt. Dat betekent dat GroenLinks-gedeputeerde Moens (maar dat geldt ook voor gedeputeerden van CDA huize) niet van bovenaf grenswijzigingen kan opleggen, zeker niet tegen de wens van de gemeenten in. Hij kan alleen ontwikkelingen stimuleren. Dat is volop aan de gang in het Gooi. Zie de discussies tussen Weesp en Muiden, Bussum en Naarden, en de intensievere samenwerking tussen Blaricum, Eemnes en Laren. Dat is een verdienste van gedeputeerde Moens: of hij nu wel of niet terugkomt, hij heeft iets in beweging gezet.
Gevoeligheden
In deze discussie moet de gedeputeerde heel voorzichtig opereren. Niet onterechte, gelet op alle gevoeligheden die er kennelijk bij kleinere buurgemeenten ten opzichte van Huizen bestaan. Ik zie de BEL-samenwerking als een defensieve vlucht naar voren, uit vrees voor Huizen. Aan die gevoeligheden gaat het CDA-Huizen volledig voorbij: men spreekt wel over draagvlak, maar vergeet dat ook de steun van Blaricum nodig is. Op de Huizer eis reageeerde Blaricum al meteen met het verwijt van ‘annexatiepolitiek’. Zou Huizen in de omgekeerde situatie niet op gelijke wijze reageren? Moens adviseerde Huizen in reactie daarop eens met de Blaricumse raad te gaan praten. Maar veel haast is hiervan in Huizen niet gemaakt, we zijn inmiddels vele maanden verder.
Passiviteit
Opvallend is dat Huizen in de huidige herindelingsdiscussie volledig aan de kant staat. Van het CDA (maar ook CU en D66) hoefde de herindeling tijdens de commissiebehandeling begin 2006 ook niet, afgezien van wat logische grenscorrecties. Uit onderzoek bleek immers dat Huizen prima zelfstandig kan blijven. Bovendien heeft Huizen een flinke financiële reservepositie. Ik heb hen toen verweten dat hun blik kennelijk niet verder reikt dan de eigen gemeentegrens. Dat is kortzichtig en onverstandig: Huizen moet vanuit haar krachtige positie juist de discussie stimuleren over de aanpak van regionale problemen en wellicht kan herindeling daar aan bijdragen. Dat vereist wél een actieve rol van ons bestuur in de regio. Wat we de afgelopen tijd gezien hebben, is dat Huizen schittert door afwezigheid in het debat. En dat die passiviteit er toe heeft geleid dat we nu in een nadelige positie zitten.
Oproep
Gelet op de eigen passiviteit, is het onterecht om de kiezer op te roepen op 7 maart gedeputeerde Moens weg te stemmen, want dan wordt er wel met Huizen rekening gehouden. Dat is de strekking van de reactie van CDA-Huizen. Die oproep gaat niet alleen volledig voorbij aan de eigen verantwoordelijkheid van Huizen (of liever gezegd het ontbreken daarvan), hij is bovendien misleidend. Ook een nieuw college in Haarlem zal rekening moeten houden met het draagvlak. Platte verkiezingsretoriek brengt ons niet verder. Ik daag het CDA uit om het initiatief te nemen tot een gezamenlijke oproep van de CDA-ers in Huizen en Blaricum voor een samenvoeging van de beide delen van de Bijvanck. Dat zou wellicht de discussie kunnen vlot trekken en de kaart van het Gooi helpen wijzigen. Nu blijft het een vraag welke visie het CDA precies heeft op het Gooi: op de CDA-verkiezingsposters staat weliswaar een kaart van de provincie Noord-Holland afgebeeld, maar ’t Gooi ontbreekt! Is onze regio in het het CDA-denken al bij Utrecht ondergebracht?
Gerrit Pas,
Fractievoorzitter GroenLinks Huizen