Op 27 april werd het collegeprogramma in de raad besproken. VVD, PvdA en CDA (16 zetels) gingen akkoord. Alle andere fracties stemden tegen. Hier de reactie van GroenLinks-fractievoorzitter Gerrit Pas.
Inleiding
Allereerst het goede nieuws van deze week: de verblijfsvergunning voor de familie Ramadani. Er wordt door de politiek vaak geklaagd over het groeiende individualisme en gebrek aan sociale cohesie. Niet altijd terecht, zoals in het geval Ramadani blijkt.
Veel inwoners hebben zich de afgelopen jaren voor deze familie ingezet: leden van de stichting Ramadani, leerlingen en ouders van de scholen De Werf en Huizermaat, oud-burgemeester Verdier en vele anderen - allen toonden een grote maatschappelijke betrokkenheid. Hier past een groot DANKJEWEL.
GroenLinks wenst de familie een goede toekomst in Huizen.
Dan het collegeprogramma.
Het programma
107 punten, een mooi rond getal. Het resultaat van enkele weken knip-en-plakwerk van punten uit de verschillende verkiezingsprogramma’s.
Bij eerste lezing ziet de inhoud er goed uit. Iedereen vindt er wel wat van zijn/haar gading in. Elke collegefractie kan tegen de achterban zeggen: we herkennen ons goed in dit programma. Zo wordt de collegedeelname gerechtvaardigd.
Het programma: voor elk wat wils, zei ik al. Ook voor GroenLinks: zoals bijvoorbeeld goede gemeentelijke dienstverlening, de toekomstvisie (alweer), de brede school, aanpak Kostmand-gebied, armoedebeleid, work first-aanpak, volkshuisvesting, cultuurbeleid, en veel sociaal beleid.
‘Kwaliteit en sociaal, dat willen we allemaal’ zou dan ook een mooie raadsbrede titel kunnen zijn.
Maar een collegeprogramma is geen programma van een commerciële omroep dat zoveel mogelijk kijkers moet trekken, en dat daarom vaak inhoudelijk vlak wordt gehouden.
Een collegeprogramma is allereerst een politiek programma, een document dat een richting aangeeft, prioriteiten stelt, en dus keuzes maakt.
Wat zijn nu de ‘majeure punten’ om maar eens een term van de formateur te gebruiken. Welke keuzen worden er gemaakt om de drie peilers van het collegeprogramma vorm te geven (kwaliteit, sociaal en samen – peilers waar niemand iets tegen zal hebben)? Met andere woorden: waar wordt het beleid van de afgelopen jaren gecontinueerd of juist gewijzigd?
Dat is niet altijd even duidelijk.
Soms wordt het expliciet geformuleerd: zoals voortzetting project Huiselijk geweld, buurtvaderproject, geen bezuinigingen – dus voortzetting – van rioleringsonderhoud, voortzetting voor- en vroegschoolse educatie, cultuurbeleid, bewegen voor ouderen, preventief huisbezoek 75+ ers, preventie van verslaving, handhaving niveau armoedebeleid.
Soms wordt iets als nieuw beleid gesuggereerd, terwijl we het al jaren doen: bijvoorbeeld het betrekken van direct betrokkenen bij herinrichting van straten.
Dat geldt voor veel punten uit het programma…
We komen ook veel ambities tegen: nieuwe accenten – in de vorm van een vloot aan opdrachten aan het college. Maar liefst 30 opdrachten moeten binnen een half tot anderhalf jaar zijn vervuld, waarvan 22 al binnen één jaar. Ga er maar aan staan… Dat wordt straks prijs schieten voor de oppositie!
De opdrachten worden soms zeer gedetailleerd beschreven, tot op de hondenpoep en de maand 1 oktober 2007 nauwkeurig… (3.1.3). Soms wordt ook géén richting aangegeven. En dat is weer merkwaardig omdat in het dualisme de raad de kaders stelt.
Wordt dat bewust opengelaten, ontbreekt een gemeenschappelijke visie, of laten de coalitiepartijen het – ondanks het primaat van de politiek – over aan het ambtelijk apparaat?
Veel sociaal beleid, zei ik al, meer meer meer (hier klinkt de invloed van CDA en PvdA door):
• Blijvend investeren in de kwaliteit van het onderwijs;
• Handhaving van conciërges op scholen, lees behoud van afgebouwde gesubsidieerde arbeid;
• Meer ontmoeting van alle bevolkingsgroepen via de Stichting Lokaal Welzijn;
• Bij de WMO: Handhaving van de kwaliteit van de zorg…
Ook op andere terreinen meer:
• Meer gebruik maken van nieuwe technologieën om de burger beter bij het beleid te betrekken en de dienstverlening te verbeteren;
• Intensivering van het groenonderhoud;
• Extra maatregelen om de overlast van hondenpoep tegen te gaan;
Meer, meer, meer….
Op zich prima, maar wat.. doet.. u… niet… meer?
En kan het allemaal tegelijk? Want ‘meer’ kost geld!
Dienstencentrum én buurthuizen behouden bijvoorbeeld (voor de nieuwelingen onder ons: minimaal 80 duizend extra kosten – weg 1 ton structureel vrij beleid).
Kunnen de ontwikkeling van de brede school in Stad en Lande en renovatie van de Holleblok-scholen echt zonder extra middelen? De eis van budgettaire neutraliteit heeft de aanpak van het Holleblok-complex de afgelopen acht jaar geblokkeerd.
Waar zit de extra ruimte?
Extra geld komt er niet bij:
• Niet van het rijk via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en andere decentralisaties van rijksbeleid, eerder minder;
• Woningbouw op het Erica-terrein – door PvdA en CDA tijdens het lijsttrekkersdebat voor de verkiezingen nogal eens populistisch geroepen, als mogelijke inkomstenbron - wordt ook niet waargemaakt!
• Regionale samenwerking die geld oplevert (bijvoorbeeld door ondersteunende diensten onder te brengen in een servicecentrum, meer regionale inkoop e.d.), zie ik met dit collegeprogramma ook niet een, twee, drie gebeuren.
• En de financiële paragraaf van het collegeprogramma timmert alles dicht.
Zelfs bij financiële tegenvallers wordt de minieme OZB-verhoging die wettelijk nog mogelijk is, uitgesloten. Evenals een herinvoering van de hondenbelasting (het lage-lastenbeleid van VVD is weer dwingend – PvdA en CDA mogen allerlei leuke sociale dingen doen, als het maar niet meer geld kost).
Kortom, onduidelijk blijft welke keuzes er worden gemaakt om alle ambities te financieren. Het ontbreekt aan een financiële dekking.
Opvallende lacunes
Bij de vele ambities op sociaal terrein, is het opvallend dat in dit collegeprogramma een aantal grote dossiers op het terrein van de ruimtelijke ordening ontbreekt: Hoofdwinkelcentrum, Oude Haven, bedrijventerreinen, woningbouw – majeure onderwerpen waarover we de afgelopen jaren tijdens vele extra commissievergaderingen lang hebben gesproken. Ze komen niet of nauwelijks in het collegeprogramma voor!
Dat is wonderlijk en verontrustend tegelijk! Onduidelijk is of men met het ingezette beleid wil doorgaan, men een andere koers wil inslaan of een pas op de plaats wil maken?
Hoofdwinkelcentrum:
Als ik de tekst letterlijk neem, wordt het Oude Raadhuisplein heringericht (prima, al wordt dit nooit wat als zich daar geen horeca vestigt) en wordt 4 miljoen euro geoormerkt voor een parkeerkelder. Maar die kunnen we in de zak houden omdat het college niet de opdracht krijgt echte voortgang te maken met realisering van de winkeluitbreiding.
GroenLinks vreest hier voor continuering van het beleid van de afgelopen jaren, terwijl juist urgentie is geboden om het economisch draagvlak in onze gemeente te versterken.
Oude Haven-gebied:
De Oude Haven (5.2.8) en het nautisch havenkwartier worden beide één keer summier genoemd, en dan nog in relatie tot ligplaatsen en toerisme.
Opvallend genoeg niets over realisering van de tweede fase: de woningbouw. En voor die realisering zijn de komende tijd toch extra inspanningen nodig: bedrijfsverplaatsingen en grondsaneringen. Financiële inspanningen ook!
Heeft men elke ambitie al laten varen, wordt hier pas op de plaats gemaakt voor de investeringen op sociaal beleid? Daar kun je voor kiezen. Op dit punt is het programma niet helder!
Bedrijventerreinen:
Wat heeft men voor ogen met het Lucent-terrein? Vasthouden aan primair bedrijfsbestemming, met woningbouw aan de randen (waarvoor de raad gekozen heeft)? Of wordt het straks toch zoveel mogelijk woningbouw?
‘Binnen een half jaar moet het college met een voorstel voor een definitieve bestemming voor het Lucent-terrein komen’, staat er in het collegeprogramma (10.1.1).
Duidt deze formulering op het afwachten van de lopende deelonderzoeken of op voortzetting van de onenigheid tussen de collegepartners?
En in dit soort situaties wordt in Huizen net zolang gewacht tot er een initiatief van een ondernemer komt, of hij nu Visser, Geesink, of Walch heet.
Wij voorzien nu al een collegevoorstel waarin het voorgenomen beleid wordt aangepast aan diens wensen: waarbij de gemeente weliswaar zegt de regie te hebben, maar altijd vaart op het kompas van de ondernemer.
GroenLinks vreest dat dit collegeprogramma niet leidt tot meer voortgang op het gebied van RO-beleid dat de afgelopen jaren in gang is gezet. En dat dit ten koste zal gaan van meer werkgelegenheid en woningbouw voor lage inkomens, ondanks alle retoriek en beloftes vóór de verkiezingen.
Praten over volkshuisvesting (meer kansen voor jongeren op de woningmarkt bijv. 9.2.1) zonder tegelijk locaties te noemen, achten wij ongeloofwaardig. Of komt er binnenkort een voorstel om het begrotingsoverschot aan te wenden ten behoeve van de volkshuisvesting op de vista? GroenLinks zou dat toejuichen.
Als op een aantal sociale beleidsterreinen zo expliciet gesproken wordt over ‘continuering’, roept de vage formulering bij de RO-dossiers veel vragen op. GroenLinks wil graag helderheid van de collegefracties over het voorgestane beleid op de genoemde RO-dossiers!
Voor een aantal majeure maatschappelijke thema’s heeft men helemaal een blinde vlek:
• De ambities op milieubeleid zijn wel erg mager: niets over afvalbeleid, natuurbeheer, of een vervolg op het waterbeleid. In totaal: 5 regels, plus een passage over de algen bij de Gooimeerkust (algengroei en hondenpoep als majeure onderwerpen).
• Ook ontbreekt de ambitie om een breed klimaatbeleid te ontwikkelen, als het lopende programma in 2008 afloopt (met bijv. extra inspanningen voor energiebesparing en verkeersmaatregelen). Het vraagstuk van de klimaatsverandering is toch dé problematiek van de komende decennia!
Hier zal de raad nog duidelijke kaders moeten stellen!
Naast de vage, de gedetailleerde en de ontbrekende punten, zijn er de punten die we tot de categorie ‘symboolpolitiek’ moeten rekenen: punten voor de bühne, die niet waar te maken zijn.
Zoals het lik-op-stuk beleid, de langere openstelling van het politiebureau (waarover we niets te zeggen hebben of flink moeten betalen).
Hetzelfde geldt voor het afschaffen van slecht controleerbare of niet handhaafbare regels – vergeten wordt dat handhaving een politieke keuze is! Daar hebben we recente voorbeelden van.
Terecht plaatst onze nieuwe burgemeester bij deze puntenj een aantal kritische opmerkingen.
Ten slotte de portefeuilleverdeling
Op dit gebied is een duidelijke wending zichtbaar.
In het vorige college hadden alle wethouders wel RO-thema’s in hun portefeuille.
Nu lijken deze allemaal te worden toevertrouwd aan de VVD-wethouder.
Alleen al hierdoor vreest GroenLinks op dit terrein een pas op de plaats...
De andere twee wethouders doen samen sociaal, willen het sociale beleid intensiveren, krijgen veel met elkaar te maken, maar financieel geen extra ruimte.
Al met al een wonderlijke rolverdeling en, zoals het gehele programma, nogal onevenwichtig.