LARISA LANDRÉ NUMMER TWEE GROENLINKS (interview Huizer Courant, 7 januari 2010) Larisa Landré (26) is de hoogste en de jóngste nieuwe binnenkomer op de kandidatenlijst van Groenlinks waar ze op nummer twee genoteerd staat. Geboren in de bedstee van een vissershuisje aan de Schipperstraat kent het oude dorp geen geheimen voor haar. Maar ook de ‘nieuwe buurt’ kent ze op haar duimpje. Dagelijks fietste ze voorbij de Oostermeent naar de Jenaplan-basisschool De Werkschuit aan de Oostkade. Daarna volgden de Huizermaat, het Goois Lyceum en het Dudokcollege. Als ‘proefkonijn’ voor de invoering van de Tweede Fase en het Studiehuis meldde ze zich meteen aan als lid van de klankbordgroep op het Goois Lyceum. Want ze heeft een duidelijke eigen mening. “Ik sta bekend om mijn uitgesprokenheid. Maar ik wil daar ook graag iets mee doen. Daarom ging ik meepraten, zodat er misschien iets verbetert of verandert zodat anderen daar ook nog iets aan kunnen hebben! Wat vind ik en wat kan ik daar mee bereiken?” En dat is ook haar missie voor Huizen, die ze wil realiseren als raadslid voor GroenLinks.
Ze is niet alleen dat blonde meisje van Boekhandel Flevo. Ruim acht jaar werkt ze daar met veel plezier. “Mooie boeken, leuke klanten, veelzijdig werk!” Maar daarnaast is ze aan de slag in Laren, als hoofdverantwoordelijke voor de voorbereiding van de trainingen bij een trainingsbureau in communicatie. En ze loopt bijna vier jaar mee in de steunfractie van GroenLinks en als lid van de raadscommmissie Ruimte, Wonen en Milieu. Komende periode wil ze haar vaste plek op de publieke tribune verwisselen voor een raadszetel. Voor haar bekend terrein want zowel haar vader als haar moeder lieten op dezelfde plaats jarenlang van zich horen. Eerst voor Progressief Huizen, later maakte haar vader Evert Landré de overstap van PSP naar de PvdA. En bij de oprichting van GroenLinks werd haar moeder, Marjon Landré-Boekschoten, de eerste fractievoorzitter en zaten paps en mams een tijdje samen in de raad.
Toch is ze een uitzondering binnen het gezin van vijf kinderen. “We zijn allemaal sterk politiek geëngageerd en kunnen heel heftige discussies hebben thuis, maar geen van mijn broers en zussen voelt zich geroepen om daar verder iets mee te doen. Maar ik wel!” Deels kwam die directe interesse doordat haar vader de vorige raadsperiode opnieuw in de politiek ging als commissielid RWM voor GroenLinks, vertelt Larisa. “In feite heb ik zo’n beetje het stokje overgenomen.” Maar nog meer was het ‘gezeur en geklaag’, dat ze om haar heen hoorde reden om ook politiek actief te worden. “Als je vindt dat er iets moet veranderen, doe er dan ook iets aan! Als je alleen maar roept dat er iets moet gebeuren, maar vervolgens gewoon op de bank blijft zitten, schiet dat ook niet op.” Natuurlijk heb je soms een lange adem nodig in de politiek. En gaan de zaken soms trager dan je zou willen, zoals bijvoorbeeld bij de Keucheniusstraat, zo zegt ze. “Maar als je niets doet gebeurt er zeker niks! Aan de andere kant, als je terugblik zie je dat er toch best veel van de grond gekomen is. En dat de inspanningen niet nutteloos zijn geweest! Huizen zou soms alleen best wat meer ambitie mogen tonen.”
Ook wijst Larisa erop dat de politiek echt wel luistert en wil luisteren naar de burgers. Maar dan moet je wel van je laten horen! “De partijen staan daar heel erg open voor. Niet dat alles dan meteen zal gebeuren, maar als ze het niet weten dan kan de politiek er ook niks mee doen.”“ Niet helemaal terecht dat zo vaak wordt zo geklaagd over de kloof tussen burger en politiek, vindt ze. ‘”GroenLinks is een oppositiepartij, maar niet een partij die alleen maar nee zegt. Je kan wel nee zeggen, maar hoe dan wel? Daar maken wij ons altijd heel sterk voor: alternatieven aandragen.” Zo wijst Larisa op de succesvolle woningbouw voor jongeren op het voormalige Bun terrein, die er al weer even staat. “De VVD wilde daar twee-onder-een-kappers neerzetten. Wij wilden graag huisvesting voor jongeren en samen met de PvdA hebben we dat voor elkaar gekregen. Dus niet alleen nee zeggen, maar een alternatief bieden.”
Die jongerenhuisvesting dat blijft een hot item voor Larisa en noemt ze als één van de speerpunten van haar partij. Zelf woont ze inmiddels met vriend en poezen in een leuk huis in Korea. Maar ze kent diverse voorbeelden om haar heen van mensen die nog steeds niet ‘in de prijzen zijn gevallen’. “Zelf schreef ik in voor de Eeshof. Dat werd op volgorde van leeftijd toegewezen en ik was toevallig de oudste die zich had aangemeld. Tegelijk konden we zowel als starter en als doorstromer blijven reageren. Dat deden we anderhalf jaar later op onze huidige woning, die toen in het kader van ‘scheefwonen’ werd toegewezen aan de huurder met de goedkoopste woning. We hebben echt geluk gehad. Maar mijn oudere zus is na zoveel jaar nog steeds niet verder gekomen dan nummer twintig en daarna werd het lotingssysteem ingevoerd. Dat is onrechtvaardig, dat moet veranderen.” Volgens Larisa is het niet alleen nodig om jongerenwoningen te bouwen. Met een verandering van de toewijzingsregels zou er misschien wel een veel grotere slag geslagen kunnen worden om het probleem van de vele woningzoekende jongeren in Huizen te tackelen. “Jongeren trekken noodgedwongen weg naar Bussum, Hilversum en Almere omdat de er hier te weinig betaalbare woningen zijn. Terwijl er heel veel mensen in de goedkope woningen wonen die inmiddels makkelijk kunnen kopen of doorstromen.” Met het aanpakken van dit ‘scheefwonen’, zou een grote woningvoorraad vrij kunnen komen voor jongeren. “Binnenkort gaan we hierover in gesprek met De Alliantie.”
Ook duurzaamheid en een groene gemeente zijn een hot item voor Larisa. “Ik heb voor GroenLinks gekozen omdat ze niet alleen staan voor een sterk sociaal beleid, maar voornamelijk omdat het een hele groene partij is. Een partij die zich inzet voor een schone woonomgeving, voor nu en voor toekomstige generaties. Weg met giftige onkruidbestrijding, weg met zwerfvuil en graffiti. Ruimte voor groen én een ambitieus klimaatbeleid. Op de lange duur levert dat alleen maar winst op: voor de natuur en voor de portemonnee.”