Dat betekent dat ik mij vooral heb bezig gehouden met thema's rondom gezondheidszorg, onderwijs en sociale zaken, voor (voormalig) Kamerleden zoals Lisa Westerveld en Wim-Jan Renkema. Op dagelijkse basis hielp ik met het voorbereiden van debatten, het opstellen van schriftelijke vragen en het schrijven van beleidsnotities. Het is een periode waarin ik veel geleerd heb over zowel de Tweede Kamerpolitiek alsmede GroenLinks.
Wat me wellicht het meeste opviel is de enorm grote rol die de beeldvorming speelt in de Tweede Kamerpolitiek. Dat klinkt wellicht als een open deur, maar ik had het toch nog onderschat. Zo worden er elke week tientallen moties (verzoeken aan de regering) ingediend in de Kamer en van elk van die moties moet GroenLinks natuurlijk wat vinden. Idealiter zou men die moties puur beoordelen op de merites; strookt deze motie met de principes van GroenLinks of niet? Dat is helaas niet altijd waar de discussie over gaat, want er wordt op de fractie ook nauwgezet in de gaten gehouden hoe de andere linkse partijen stemmen. Als GroenLinks een motie in wezen een matig voorstel vindt, maar alle andere linkse partijen stemmen voor, dan is de kans aanwezig dat ook GroenLinks voor stemt. Om als enige linkse partij tegen te stemmen is immers slecht voor de beeldvorming.
De media spelen hierin een heel grote rol en bepalen voor een groot deel waar de aandacht van de Kamer naar toe gaat. Als een Kamerlid in een plenair debat in een bijzin iets zegt, kan het 15 minuten later in de krant staan. En als de media iets onwelgevalligs schrijven over een Kamerlid dan begint men te zweten op de fractie. Zo deed Jesse Klaver tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen een bepaalde uitspraak over de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. NRC, die tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen de toespraken van de lijsttrekkers fact checkt, belde de fractie op om erachter te komen waarop deze uitspraak gebaseerd was. Toen brak de paniek lichtelijk los, want men kon op de fractie niet meer precies achterhalen hoe deze specifieke uitspraak tot stand was gekomen. Uiteindelijk kwamen we er bekaaid vanaf: NRC bestempelde de uitspraak als 'niet te checken'. Natuurlijk is het goed dat de Tweede Kamer reageert op wat er in de media gebeurd en denkt aan de beeldvorming, maar ik vraag me soms af of de Kamer niet teveel bezig is met de waan van de dag. In het debat over de val van het kabinet en de toeslagenaffaire op 19 januari suggereerde Klaas Dijkhoff dat de Kamer wellicht één dag per week moest uittrekken voor de waan van de dag, en de rest van de week moest besteden aan fundamentelere discussies. Er werd hard gelachen door de overige Kamerleden. De opmerking had iets grappigs, maar was in wezen wel serieus bedoeld door Dijkhoff, en ik vond het ook best een goede suggestie.
De hiervoor beschreven taferelen, met een soms krampachtige blik op de beeldvorming en de media, zijn overigens geenszins uniek voor de Tweede Kamerfractie van GroenLinks. Ik had dit over elke andere politieke partij kunnen schrijven. Wat misschien wel uniek is voor GroenLinks, is dat iedereen bij de fractie hart heeft voor de onderwerpen waar die aan werkt. Van Kamerleden tot beleidsmedewerkers, iedereen trekt zich de problemen waar mensen in het land tegenaan lopen aan, en werkt keihard om hier in de Kamer zo goed mogelijke oplossingen voor te verzinnen. Dat vond ik heel mooi om te zien. Ik heb de fractie dan ook als een heel warme plek ervaren, en veel bewondering gekregen voor de Kamerleden, die met beperkte ondersteuning bergen aan werk verzetten. Met de betrokkenheid en energie die ik tijdens mijn stage heb gezien heb ik er alle vertrouwen in dat onze Tweede Kamerfractie ook de komende jaren weer vol vuur zal strijden voor de groene en linkse idealen die onze partij zo mooi maken!